Amber Alert
De man heeft op 21 maart vorig jaar medewerkers van de politie en van jeugdzorg bedreigd met zware mishandeling door bakstenen in de richting van de hulpverleners te gooien. Ook dreigde hij een pan kokend heet vet over hen heen te gooien en zei hij dat hij een pistool had. De hulpverleners kwamen één van zijn kinderen ophalen nadat de rechtbank had besloten dat dit meisje – toen nog een baby – niet langer bij haar ouders kon wonen. Door zich zo te gedragen heeft hij zijn dochter onttrokken aan jeugdzorg, dat na de uitspraak van de rechter toezicht over het meisje had. Uiteindelijk lukt het de hulpverleners om het kind mee te nemen. Drie maanden later gaat de man opnieuw in de fout als hij een andere dochter (13) onttrekt aan het toezicht van jeugdzorg. Dit meisje was al eerder uit huis geplaatst en fietste op 30 juni naar school. De man vroeg zijn dochter om met hem mee te fietsen. Toen zij niet op school kwam is alarm geslagen. De politie verstuurde toen onder andere een amber alert. Diezelfde avond zag een motoragent het tweetal fietsen waarop de vader is aangehouden.
Frustratie en machteloosheid
Volgens de man is zijn gedrag op 21 maart te verklaren doordat hij in een zodanige emotionele staat verkeerde dat hij niet kon meewerken aan de uithuisplaatsing van zijn jongste dochter. Hij had het gevoel dat hij zijn dochter moest beschermen. De rechtbank heeft oog voor het feit dat er sprake was van frustratie en machteloosheid omdat er al eerder kinderen uithuisgeplaatst waren. Maar de beslissing om zijn dochter uit huis te plaatsen was juist in het belang van het meisje. Het was zijn plicht als vader om mee te werken. Er is dan ook geen sprake van psychische overmacht, hij is dus strafbaar.
Behandeling en meldplicht
De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij uit frustratie de gezinsvoogd en medewerkers van de politie schrik heeft aangejaagd en de situatie volledig heeft laten escaleren. Drie maanden later, zijn voorlopige hechtenis was toen geschorst, heeft hij zijn 13-jarige dochter in een lastige situatie gebracht door haar te vragen met hem mee te gaan. Door met zijn dochter weg te fietsen en haar te vragen haar telefoon weg te gooien en te wisselen van shirt heeft de man welbewust ervoor gezorgd dat jeugdzorg geen zicht meer had op het meisje. Volgens deskundigen is er bij de man sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Zo is hij zijn emoties niet de baas en kan hij impulsief reageren. Vanuit het oogpunt van normbevestiging rechtvaardigen de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De man heeft al een tijd in voorarrest gezeten en de rechtbank is van oordeel dat hij niet terug hoeft naar de gevangenis. Daarom wordt een onvoorwaardelijke celstraf opgelegd die gelijk is aan het voorarrest. Als stok achter de deur om niet opnieuw de fout in te gaan wordt wel een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Daarnaast moet hij zich verplicht laten behandelen aan zijn stoornis en krijgt hij een meldplicht.