Overleden vrouw
Op 28 mei 2022 wordt het slachtoffer dood aangetroffen in haar bed. Al snel wordt duidelijk dat er verschillende spullen zijn verdwenen, zoals een handtas, een portemonnee en de mobiele telefoon van de vrouw. De politie vindt geen aanwijzingen dat er is ingebroken. De patholoog concludeert later dat het overlijden van het slachtoffer het best verklaard kan worden door ‘samendrukkend geweld tegen de mond en/of neus’(smoren).
Spullen langs de snelweg
Na uitgebreid onderzoek komt de 56-jarige zoon van het slachtoffer in beeld als verdachte. Zijn bedrijfsbus is op de bewuste avond gesignaleerd in de buurt van de woning van zijn moeder en de man verklaart ook dat hij die avond de bus bestuurde. Uit de track en trace gegevens van de bus blijkt dat hij om 23:09 uur op zeer korte afstand van de woning van zijn moeder parkeerde, om 23:58 uur weer vertrok en vanaf daar via de A6 terug naar Lelystad reed. Uit de rittenstaat van de bus blijkt dat hij op een bepaald stuk van de snelweg zijn snelheid opvallend heeft geminderd. Het gaat precies om het stuk waar later door de politie de mobiele telefoon en handtas met daarin de portemonnee van het slachtoffer zijn gevonden. Naar aanleiding van die bevindingen is bekeken hoe groot de kans is dat verdachte de persoon is geweest die deze voorwerpen uit zijn voertuig heeft gegooid. De rechtbank concludeert dat hij die persoon is.
DNA en leugenachtige verklaringen
De verdachte heeft over de reden van zijn aanwezigheid in de directe omgeving van de woning van zijn moeder kennelijk leugenachtig verklaard. Volgens de rechtbank deed hij dit om te verhullen dat hij wel degelijk in de woning is geweest. Omdat er verder geen aanwijzingen zijn dat er die avond nog andere mensen in de woning waren en op twee kussenslopen bovendien zijn DNA is aangetroffen, oordeelt de rechtbank dat het niet anders kan dan dat het de verdachte is geweest die zijn moeder heeft gesmoord en de spullen uit de woning heeft weggenomen. Waarom hij dit deed, blijft onduidelijk. De rechtbank legt de verdachte een celstraf op van 12 jaar. Dit is drie jaar lager dan de eis van de officier van justitie. Volgens de rechtbank is namelijk niet bewezen dat de man zich schuldig maakte aan gekwalificeerde doodslag (doodslag met als doel een ander misdrijf te verhullen).