LELYSTAD - Een 39-jarige man is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld voor het mishandelen van zijn ex-vrouw en huidige partner. De verdachte mishandelde zijn partners gedurende een langere periode en maakte bij de mishandeling van zijn ex-vrouw misbruik van zijn positie als huisarts. De rechtbank legt hem een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van 60 uur op.


Mishandelingen

Tussen februari 2021 en augustus 2021 mishandelde de verdachte zijn toenmalige echtgenoot op fysieke wijze door haar onder andere te slaan, schoppen en duwen. Ook gebruikte hij psychisch geweld tegen het slachtoffer. Zo dwong hij haar ADHD-medicatie te slikken terwijl uit haar medisch dossier blijkt dat zij geen ADHD heeft. Daarnaast dreigde de verdachte met zelfmoord en zou hij psychische problemen opnemen in haar medisch dossier, wat hij kon doen als huisarts. Op een video, die tijdens de zitting is afgespeeld, is te zien dat de verdachte in 2023 ook zijn huidige partner mishandelde door haar een klap in het gezicht te geven. Op een andere dag heeft zij van de verdachte zo’n harde klap in de auto gekregen dat haar neus flink bloedde.

Intieme terreur

Uit het dossier komt een zorgelijk beeld naar voren van intieme terreur tegen beide vrouwen: huiselijk geweld dat wordt gekenmerkt door een patroon van controle en dwang door het intimideren, vernederen en gebruiken van fysiek geweld richting de partner. De rechtbank vindt het ernstig dat het huiselijk geweld niet is gestopt toen de relatie met de ex-vrouw voorbij was en dat de verdachte ook zijn huidige partner heeft mishandeld.

Positie huisarts misbruikt

Daarnaast heeft de verdachte zowel bij de psychische mishandeling van zijn ex-vrouw als bij het vervalsen van twee Covid-19 testuitslagen, waar hij ook voor veroordeeld wordt, misbruik gemaakt van zijn positie als huisarts. Van een huisarts wordt verwacht dat hij zorg verleent aan kwetsbare personen, maar de verdachte heeft zijn beroep juist gebruikt om het slachtoffer onder druk te zetten.

Strafoplegging

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de narcistische persoonlijkheidsstoornis van de verdachte, die in deze zaak door deskundigen is vastgesteld. De rechtbank legt de verdachte, gelijk aan de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf van 250 dagen op waarvan 141 dagen voorwaardelijk. Net als de reclassering ziet de rechtbank risico’s op het gebied van relaties met partner, gezin en familie. Een voorwaardelijke gevangenisstraf dient daarom als stok achter de deur zodat de verdachte niet nogmaals een strafbaar feit pleegt. De verdachte hoeft niet terug naar de cel, omdat hij de overige 109 dagen al in voorarrest heeft uitgezeten. Wel moet hij nog een taakstraf uitvoeren. De opgelegde taakstraf van 60 uur is lager dan de eis van 120 uur van de officier van justitie, omdat er uiteindelijk minder feiten bewezen zijn verklaard. Daarnaast krijgt de verdachte een contactverbod met zijn ex-vrouw, mag hij niet in de buurt van haar woning komen en moet hij verplicht meewerken aan de behandeling van zijn persoonlijkheidsstoornis.